Meer weten over onze type licenties? Klik hier
Lampje woont met haar vader Augustus in de vuurtoren. Hij stuurt haar elke avond naar boven om het licht aan te steken. Op een onstuimige dag gaat alles mis: de lucifers zijn op, het vuur blijft uit en een groot schip slaat te pletter tegen de rotsen. Lampje wordt uit huis geplaatst en moet gaan werken in het beruchte Zwarte Huis. En daar, dat weet iedereen, woont een monster. Het Zwarte Huis is, op een paar nerveuze personeelsleden na, verlaten. Niemand wil er werken. Lampje heeft geen keus, ze moet zorgen voor het monster dat zit opgesloten in de torenkamer. Tegen alle verwachtingen in, ook haar eigen, raakt Lampje bevriend met het monster.